Interview met Jilles Bouter van De Hypotheker in Rotterdam over biedingsoorlogen, hypotheekrentes en bouwen van kleinere huizen.
“Het bewust laag inzetten van vraagprijzen om biedingsoorlogen uit te lokken is niet uniek voor Amsterdam, maar komt ook voor in kleinere steden en dorpen. Door woningen onder de marktwaarde te prijzen, trekken verkopers meer kopers aan, waaronder mensen met een maximale leencapaciteit van bijvoorbeeld €400.000. Dit vergroot de interesse en leidt vaak tot hogere verkoopprijzen.
Het onderscheid tussen overbieden op de vraagprijs en op de werkelijke taxatiewaarde is hierbij belangrijk. Een woning die voor €400.000 te koop staat, maar €450.000 waard is en wordt verkocht voor €480.000, lijkt €80.000 overboden. In werkelijkheid is dat €30.000 boven de marktwaarde. Dit schept verwarring en versterkt het beeld van massaal overbieden.
Hoewel effectief voor verkopers, leidt deze tactiek bij kopers tot frustratie. Veel mensen baseren hun zoekopdrachten op vraagprijzen binnen hun budget, waardoor woningen onder de marktwaarde valse hoop geven. Dit roept vragen op over de noodzaak van meer transparantie. Hoewel de marktwerking bepaalt wat kopers bereid zijn te betalen, zou duidelijkheid in prijsvorming de woningmarkt eerlijker en toegankelijker maken. Voorlopig blijft het echter grotendeels een kwestie van vraag en aanbod. Om hier toch meer inzicht in te krijgen, raden wij het altijd aan om een goede aankoopmakelaar in te schakelen die je aan de voorkant al een juiste indicatie van de taxatiewaarde kan geven. Dit voorkomt teleurstellingen achteraf.”
[....]